VERHALEN en GEDICHTEN Marys en Piet Clarisse

MIJN VADER, PIET CLARISSE, SCHREEF GEDICHTEN EN IK, MARYS CLARISSE SCHRIJF VERHALEN.

SCHRIJVEN WAS VOOR ONS BEIDEN EEN GROTE HOBBY.

NU HEBBEN WE SAMEN DEZE WEBSITE.  WE WENSEN U VEEL LEESPLEZIER.

De Receptie

 

De receptie duurde lang, veel te lang en niet alleen voor mij, zag ik om me heen kijkend. Er waren veel mannen aanwezig, die hadden wat minder moeite met de verveling. Hun machogedrag was nog niets veranderd. Ze hopten van de ene naar de andere vrouw. Vooral die ene aan de bar, die was zo gek op zichzelf. Vond zichzelf de knapste en mooiste man van allemaal. Een gevalletje narcisme. Oh, mijn hemel daar komt die aan. Moet ik weer naar dat slappe geklets van hem luisteren. ‘Dag Susan, hoe gaat het met je? Wel goed denk ik, want je ziet er patent uit. Wat ik toch meemaakte?’ ‘Wat maakte je mee Frans?’ Nu komt de slappe hap. ‘Was ik bij de kapper. Je weet wel die in de Hoogstraat, knipt mannen en vrouwen. Waren daar twee vrouwen die ruzie kregen. Zaten ze onder de kap met die rollers in hun haar. Hoe kan je in vredesnaam ruzie maken met zo’n droogkap op je kop‘ ‘Waar hadden ze dan ruzie over?’ vroeg ik verbaasd, ‘Ik heb nog nooit bij de kapper ruziënde vrouwen meegemaakt.’ ‘Over de man van één van die vrouwen.’ ‘Och, dat is peanuts,‘ meende ik, ‘niet de moeite waard. Waarom zou je je druk maken over een man?’ ‘Nu, een van die vrouwen zit aan de bar. De andere vrouw staat rechts van je samen met haar man. Niet meteen kijken, anders weten ze dat we het over hen hebben.’ ‘Dat is natuurlijk toch logisch als je ruzie maakt bij de kapper. Dan is dit geroddel wat je kunt verwachten. Die Gerda en Thea toch.’ Ik glimlachte erbij, zodat hij zich niet gekwetst zou voelen.

Ik liep in de richting van de bar. Daar aangekomen bestelde ik een witte wijn. Gerda zat nog steeds aan het einde van de bar. ‘En Gerda hoe is het met je, na de ruzie met je vriendin Thea bij de kapper?’ ‘Goed natuurlijk, ’zei ze bits, ‘daar trek ik me niets van aan.’ Aan de stand van haar mond zag ik, dat het haar zeer raakte. Ook het geroddel. Maar goed ook, ze was zelf de grootste kletsmajoor van allemaal. Ze zag er trouwens slecht uit. Een beetje grauw. ‘Goh, Gerda, je ziet eruit of je botoxje is mislukt. Dat is toch niet het geval, hoop ik.’ Met het glas in mijn hand, ging ik weer terug naar mijn plek.

 

Geschreven door Marys Clarisse

 Marys Clarisse en Piet Clarisse