VERHALEN en GEDICHTEN Marys en Piet Clarisse

MIJN VADER, PIET CLARISSE, SCHREEF GEDICHTEN EN IK, MARYS CLARISSE SCHRIJF VERHALEN.

SCHRIJVEN WAS VOOR ONS BEIDEN EEN GROTE HOBBY.

NU HEBBEN WE SAMEN DEZE WEBSITE.  WE WENSEN U VEEL LEESPLEZIER.

De Herkenning

 

Het regent. Een miezerige, alles doordringende, motregen. De man staat in diep gepeins verzonken. Er stopt een vrachtwagen naast hem. De chauffeur doet zijn raam open en zegt tegen hem:

“hé, ben jij niet die klojo, die  mijn broer kortgeleden heeft ontslagen? Rietveld is toch je naam? Bivako  je bedrijf?”

De man kijkt hem onthutst aan en bevestigt dat hij inderdaad  de eigenaar van Bivako is en Rietveld heet.

“Maar ik kan me niet herinneren, dat ik de laatste tijd personeel heb ontslagen. Wanneer is jouw broer dan ontslagen? Wat zeg je drie maanden geleden? Volgens mij is er al een halfjaar niemand uitgegaan. Wel heb ik in verband met de crisis deeltijd-WW voor de chauffeurs aangevraagd.”

“Nee,” zegt de chauffeur geïrriteerd, “mijn broer vertelde mij dat hij was ontslagen, omdat zijn gezicht jou niet aanstond. Hij was te brutaal en had teveel commentaar op de leiding. Maar ik ken mijn broer. Hij staat voor zijn werk en is een eerlijk mens. Nooit achter iemands rug kletsen, maar altijd op de man af. Zo iemand kan een bedrijf juist goed gebruiken.”

“Ik zeg je toch, dat ik niemand het laatste halfjaar heb ontslagen”: zegt Rietveld, “ik heb ook geen ontslagbrief voor een chauffeur ondertekend. Ik snap hier niets van.”

“Nee dat dacht ik al. Al die bazen zijn hetzelfde. Als je niet meer nodig bent, kun je opdonderen. Rekening houden met je mensen, is er niet meer bij.”

“Nu, zo werkt het niet in ons bedrijf. We hebben hele goede sociale voorzieningen. Bij problemen kunnen onze mensen altijd een beroep doen op onze steun. Mits het natuurlijk haalbaar is.”

“Ja, ja. Altijd mitsen en maren. Bazen dekken zich altijd in. En wij maar buffelen.”

“Ik heb jouw broer niet ontslagen. Dus rijst de vraag wie hem dan eigenlijk wel heeft ontslagen? Ik ben nu reuze benieuwd, omdat personeel ontslaan doorgaans mijn taak is.”

De chauffeur keek hem aan en zei: “een ogenblikje. Ik ga mijn broer even bellen.”

“Goed idee, “ zei Rietveld. Even later hoorde hij de chauffeur zeggen: “je raadt nooit wie ik bij mijn vrachtwagen heb staan?  Nee, ik zei toch dat je het nooit zou raden? Wie dan? Nu je vroegere baas, Rietveld van Bivako. Waar ik ben? Bij het chauffeursrestaurant aan de A28 bij Zwolle. Wat je ex-baas hier doet, weet ik niet, maar we hebben over jou ontslag gepraat, Karel. Rietveld zegt dat hij het laatste halfjaar niemand heeft ontslagen en waarom? Ja, ik zal de telefoon aan hem geven dan kun je zelf met hem praten.”

Rietveld pakt de telefoon aan en zegt: “met Rietveld. Je bent 3 maanden geleden ontslagen. Door wie dan? Halsema? Maar die is toch helemaal niet bevoegd om iemand te ontslaan? Ik heb ook geen papieren over je ontslag gezien. Ik zou graag wat meer willen weten over je ontslag! Woon je misschien in de buurt van Zwolle? Oh, in Meppel, dan kunnen we misschien afspreken in het Chauffeurscafé in Zwolle. Dat is een kwartier rijden voor je. Ik kan hier namelijk niet weg, omdat ik hier over twee uur een aantal afspraken heb. Over een half uur in het Chauffeurscafé? Dan ga ik alvast met je broer naar binnen. Tenminste als hij nu niet de weg op moet. Even aan hem vragen. Moet je de weg op? Neen. Okay, je broer blijft bij me. Tot over een half uur?”

Samen met de broer loopt Rietveld naar binnen. Ze vinden een leeg tafeltje in een hoek.

Nadat ze zijn gaan zitten, stelt de broer zich voor:

“Ik ben Rob de Jager, en werk als vrachtwagenchauffeur bij Aletico.”

“Nu, mijn naam ken je al. Tim Rietveld. Zeg maar Tim, hoor. Ik ben zo blij dat je me hebt aangesproken. Ik weet niet wat er aan hand is, maar het klinkt niet goed.”

“Weet je wat het is, Tim, mijn broer kan niet tegen onrechtvaardigheid. Hij is na dat ontslag  in elkaar gestort. Hij ziet het niet meer zitten en daar ben ik ongerust over.”

“Ja, dat kan ik me voorstellen, als hij voor niets is ontslagen. Wil je koffie, thee of fris? Dan haal ik het even.“

“Doe maar koffie”, zei Rob.

Gedurende een minuut of twintig waren ze over het vak vrachtwagenchauffeur aan het praten. Tim Rietveld vertelde zelf ook vrachtwagenchauffeur te zijn geweest. Samen constateerden ze dat het hedendaagse vak van vrachtwagenchauffeur heel zwaar was geworden door al die nieuwe Europese regels. Ondanks het verdrag van Schengen.

“Oh, daar is mijn broer,” zegt Rob en wijst naar een lange slanke man. Hij staat op en zwaait naar zijn broer. Die ziet het gezwaai en loopt naar hem toe. Tim is ondertussen ook gaan staan en stelt zich voor.

“Dat hoeft niet hoor. Ik weet wie je bent. Ik ben Karel de Jager. Het is fijn dat mijn broer contact met je heeft gemaakt. Toen ik dat hoorde gaf het me een gevoel, dat ik nu misschien mijn verhaal kan vertellen.”

Zijn broer onderbreekt hem met een big Hug en de mededeling dat hij nu ging rijden. Hij geeft Tim een hand en bedankt hem voor het gesprek.

“Tot ziens, zullen we maar zeggen, hé.”

“Ja, inderdaad tot ziens en goede reis.”

“Wil je koffie of iets anders,” vraagt Tim Rietveld. “Doe ook maar koffie,” zegt Karel, terwijl hij naar de lege kopjes kijkt. Even later zitten ze samen aan de koffie.

“Nu,” zegt Tim, “laten we elkaar gewoon bij de voornaam noemen. Ik heet Tim en jij Karel. Vind je dat goed?  Okay. Dan mijn vraag aan jou. Wat was volgens jou de reden van je ontslag?”

“Ik had commentaar over de bedrijfsvoering en het voortrekken van de vriendjes van de leidinggevende.”

“Vertel me eerst over je commentaar op de bedrijfsvoering, dan komen we vanzelf uit op die vriendjespolitiek. Is dat goed?”

“Elke keer als jij op zakenreis was, werd er zwart gewerkt. Extra ritjes gereden voor de persoonlijke klanten van Halsema met de vrachtwagens van Bivako tegen 0 euro betaling?”

Tim schrok zichtbaar: “Zo, dat is nogal wat. Hoe ben je dat te weten gekomen?”

“De boekhouder, Willem van Aarden, is een oude schoolkameraad van mij. Hij vertelde me wat er aan de hand was. Hij wist niet wat die moest doen en hij wilde zijn verhaal kwijt. Ik gaf hem als advies een boekhouding van de zwarte werkzaamheden bij te houden, zodat je als het nodig was bewijzen kon overleggen.”

“En heeft Willem van Aarden dat ook gedaan”

“Ja, maar ook hij is door Halsema ontslagen. De aparte boekhouding is wel veilig gesteld. Sommige chauffeurs werden gedwongen die zwarte werkzaamheden uit te voeren, anders werden ze ontslagen. Kijk, ik ben er niet in meegegaan, maar ik heb geen vrouw en kinderen. De chauffeurs die werden gedwongen hebben die wel.”

“Is het misschien mogelijk dat jij Willem van Aarden belt en zegt dat ik bij jou aan tafel zit en even met hem wil praten?”

“Dat is goed.” Hij pakte zijn telefoon en belde. “Hoi Willem met mij. Alles goed met je? Ja ik voelde me ook lamlendig. Maar misschien voel jij je over een paar minuten niet meer zo. Ik heb iemand bij mij aan tafel, die graag van jou wil horen over je aparte boekhouding. Hier komt die.”

“Dag Willem, met Tim Rietveld, op bijzondere wijze ben ik te weten gekomen, over hetgeen in ons bedrijf gebeurt als ik op zakenreis ben. Gelukkig heb jij deels een boekhouding bijgehouden van die werkzaamheden. Ik heb nu een plan in mijn hoofd, dat ik aan jullie wil voorleggen. In de agenda staat dat ik volgende week op reis ga. Dat ga ik gewoon doen, maar ik kom onverwacht terug. Bij mijn terugkeer zou ik jullie twee als achterwacht willen laten fungeren. Wat vinden jullie daarvan?”

Door de telefoon klonk een luid hoera geroep. Eindelijk gerechtigheid. Karel zat alleen maar ja te knikken. 

Tim Rietveld heeft het plan verder uitgewerkt. De week daarop ging hij op reis. De achterwachten werden door hem ingeschakeld om op afstand te controleren waar de Bivako vrachtwagens naar toe reden. Maandag ging Tim op reis en zou vrijdag weer terugkomen. Woensdagmorgen was hij weer terug. Om half vijf stond hij bij de vrachtwagens, die uit wilden rijden. Twee achterwachten stonden bij hem. De chauffeurs werden gevraagd naar de vrachtbrieven. Van de tweeëntwintig vrachtwagens

was er slechts één met een vrachtbrief en eenentwintig stuks met alleen een adres. Halsema die woedend aangerend kwam, omdat de chauffeurs nog niet vertrokken waren, zag op het laatste moment zijn baas staan met Willem van Aarden en Karel de Jager met op de achtergrond een politiewagen. Alle chauffeurs stapten uit en liepen naar Tim Rietveld en de twee achterwachten toe. Samen liepen ze naar de ingang van het bedrijf, waar Halsema ook naar binnen was gegaan.

Bij de ingang draaide Tim Rietveld zich om en keek om zich heen en zei: “Het wordt vandaag een prachtige dag jongens. Kom maar met me mee.”

 

Door Marys Clarisse geschreven

November 6, 2022
Marys Clarisse

 Marys Clarisse en Piet Clarisse