MIJN VADER, PIET CLARISSE, SCHREEF GEDICHTEN EN IK, MARYS CLARISSE SCHRIJF VERHALEN.
SCHRIJVEN WAS VOOR ONS BEIDEN EEN GROTE HOBBY.
NU HEBBEN WE SAMEN DEZE WEBSITE. WE WENSEN U VEEL LEESPLEZIER.
Het ontruimen van het huis van je ouders is geen leuke klus. Alles is herinnering, maar het moet toch gebeuren. Gelukkig is Paps er niet bij, die woont nu in een leuk appartementje met de spullen uit zijn vroegere huis om zich heen. Hij had zelf alles uitgekozen. Mams is een half jaar geleden overleden en Paps alleen thuis bleek geen goed idee.
Vandaag is het zaak om een plan voor de ontruiming te maken. Dat betekent wel dat ik alles moet inventariseren en de volgorde van ontruiming bepalen. Waar zal ik beginnen? Eerst boven en dan zo naar beneden? Of andersom? Eerst maar even een kop koffie drinken. Dan kan ik meteen even wennen dat ik hier alleen in hun huis zit. Ik voel gene, dit huis was ooit wel hun privédomein. Maar ja, het is niet anders. Ik drink mijn koffie zittend in de stoel van Mams. Die stoel is zo oud dat Paps had besloten die niet mee te verhuizen. Dit zou ook wel een van de laatste keren zijn dat ik in deze stoel zit.
Ach allemaal nostalgie. Houd er eens mee op! Waarom zou ik ermee ophouden. Die herinneringen horen bij mijn leven. En nu heb ik even tijd om mijn herinneringen te koesteren en een plekje te geven. Zo de koffie is op en nu naar boven.
Eerst maar naar zolder. Papier en pen mee. Daar zal wel niet zoveel liggen. Inderdaad, op de zolder lagen maar 2 dingen. Mams oude wandelschoenen en een oude paraplu.
Goh, ik was mee geweest om die schoenen te kopen. Laat eens kijken, dat moet een jaar of veertig geleden zijn. Jeetje, dat was toen een heel leuk uitje geweest, al was het nogal onverwacht. Ze belde me op mijn vrije dag of ik zin had om in Utrecht met haar te winkelen. Nu dat had ik wel. Toen heeft ze die wandelschoenen gekocht. En ik een trui, maar die is al lang geleden verdwenen. Ja, ze heeft die schoenen jaren gedragen. Tot het lopen moeilijker ging. Ik wist niet dat ze deze schoenen nog had. Ach ja, die hoorden bij de gelukkige jaren. Misschien heeft ze die schoenen daarom bewaard.
Als ik zo door ga, komt er niets van mijn inventarisatie terecht. Nu de schoenen kunnen bij de lijst weggooien. En dat gold ook voor die oude paraplu. Ik pakte hem op. Er lag veel stof op. Zou die plu nog open geklapt kunnen worden? Ik probeerde het en ja hoor dat ging. “Oh,” zei de paraplu, “eindelijk frisse lucht.” Ik keek geschrokken in het rond. Waar kwam die stem vandaan? “Hier, boven je hoofd. Als je zolang op de zolder ligt, wil je je ook wel eens uitrekken. Heerlijk!” “Maar paraplu’s kunnen niet praten.” “Dat klopt doorgaans wel, maar ik ben een uitzondering. Wie mij een stem heeft gegeven, weet ik niet. Wel weet ik dat ik mijn stem maar kort kan gebruiken. In die korte tijd zal ik je een paar dingen over je ouders vertellen. Toen ze nog jong waren en onbesuisd. Weet je van wie zij deze paraplu hebben gekregen?” “Nee, natuurlijk weet ik dat niet. Het is een oude plu. Dat zal dus lang geleden zijn.” “Van je oma uit Vlissingen.” “Oh, echt waar?” ”Ja, echt waar en ik ben de enige die dit kan vertellen.” “Nee, hoor, mijn vader leeft nog. Hij is net naar het verzorgingshuis verhuist.” “Oh, wat erg, nu zal mijn stem zo wel verdwijnen. Je krijgt namelijk een stem, als alle eigenaren overleden zijn. Wil je mij alsjeblieft aan je vader geven en wat ik je allemaal vertel, ook aan hem vertellen? Van die keer dat ze op de boulevard Michiel de Ruyter liepen en ik bijna op het strand terechtkwam. Maar je vader had een touw vastgemaakt aan zijn riem, zo kwam ik toch weer bij ze terug. En nog een keer op de ringdijk in Amsterdam, toen de wind mij helemaal had weggeblazen in het water van de Ringdijk. Jij en je broertje hebben mij gered. En altijd dat gekus onder de paraplu. Eerst je vader en je moeder en daarna jij met je vriendje. Maar ik moet nu stoppen, want mijn stem is bijna op. Breng je me naar je vader? Beloof je dat?” “Ik beloof het,” zei ik, “maar ik heb nog nooit zo iets vreemds meegemaakt.” “Nee, ik ook niet,” zei de paraplu.
Geschreven door Marys Clarisse
Marys Clarisse en Piet Clarisse